Upgraden naar Business Central 25
BoCount ondergaat heel wat wijzigingen in Business Central 25.
Momenteel bestaat de volgende structuur:
- System (W1-versie)
- Base (BE-versie)
Vanaf BC25 bestaat de volgende structuur:
- System (W1-versie)
- Foundation (W1-versie)
- Base (BE-versie)
Dit laat ons toe om op een W1-versie ongeveer dezelfde functionaliteit te bieden als op een BE-versie. De zaken die specifiek voor België zijn, blijven in de Base-extensie. Later kunnen eventueel extensies gemaakt worden voor andere lokalisaties (Frankrijk, Duitsland, …). Zo kan BoCount geïnstalleerd worden op om het even welke lokalisatie van Business Central.
Veel functionaliteit uit de Base-extensie is daarom verplaatst naar de Foundation-extensie en veel maatwerk zal daardoor breken. Om het maatwerk weer compatibel te maken, zal het meestal voldoende zijn om de dependencies in de app.json aan te passen en een paar veldnamen te wijzigen.
Voor zaken die een tijdje naast elkaar zullen draaien, worden er BoCount-features voorzien. Zo is er meer tijd om het maatwerk aan te passen naar de nieuwe functionaliteit. Als het maatwerk aangepast is, kan de bestaande feature uitgeschakeld worden en de nieuwe feature ingeschakeld worden.
Momenteel gaat het om deze features, maar die lijst kan nog wijzigen:
- PdfTools wordt PdfToolsW1
- Maps wordt AzureMaps
- Numberplate wordt LicensePlate
- Taxes wordt TaxesW1
Bij PdfTools bijvoorbeeld, worden bestaande rapporten vervangen door nieuwe rapporten. Dat betekent dat alle maatwerk dat geschreven werd op de bestaande rapporten ook op de nieuwe rapporten geschreven zal moeten worden. Eens dat gebeurd is, kan de feature PdfTools uitgezet worden en de feature PdfToolsW1 ingeschakeld worden.
De bestaande features zullen slechts één major beschikbaar blijven. Dat betekent dat ze vanaf BC26 sowieso vervangen zullen worden door de nieuwe features. Er is dus één major de tijd (6 maanden) om alle maatwerk aan te passen.
Ook sommige api’s, die BoCount ter beschikking stelt, zullen hier en daar aangepast worden. Dat kan gaan over het veranderen van het endpoint (de url), veldnamen die gewijzigd worden of velden die verdwijnen. De nieuwe api’s zullen beschikbaar zijn naast de bestaande api’s. De bestaande api’s zullen ook na één major verwijderd worden, net zoals de features.
