Documentafbeeldingen

  • 3 minutes to read

Tables

CFL Document Image

In deze tabel worden de document-afbeeldingen gekoppeld aan een record opgeslagen. Dit wordt gebruikt bvb. in BoCount om de afbeelding van een factuur of creditnota bij te houden. De primary key van de tabel is een guid.

procedure CFLShow

procedure CFLShow()

Functie voor het weergeven van het bestand.

event CFLOnAfterShow

procedure CFLOnAfterShow(rec: record "CFL Document Image"; var Folder: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het bestand weer te geven in geval van lokale bestandsopslag.

procedure CFLDocumentPath

procedure CFLDocumentPath(): Text[1024]

Retourneert het pad van het bestand.

event CFLOnAfterDocumentPath

procedure CFLOnAfterDocumentPath(rec: record "CFL Document Image"; var Path: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het pad terug te geven in geval van lokale bestandsopslag.

procedure CFLDocumentExists

procedure CFLDocumentExists(): boolean

Retourneert true indien het bestand in de record ook bestaat in de opslag.

event CFLOnDocumentExists

procedure CFLOnAfterDocumentExists(rec: record "CFL Document Image"; var Exists: boolean)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het bestaan van het bestan te controleren in geval van lokale bestandsopslag.

procedure CFLShowWithDocumentNo

procedure CFLShowWithDocumentNo()

Functie voor het weergeven van het bestand. Op het bestand worden de primary key veld waarden van de record geplaatst.

event CFLOnAfterShowWithDocumentNo

local procedure CFLOnAfterShowWithDocumentNo(rec: record "CFL Document Image"; var tempblob: codeunit "Temp Blob")

Wordt gebruikt door System OnPrem om het documentnr toe te voegen aan het bestand.

procedure CFLGetDocumentNoWithoutSpecialChar

procedure CFLGetDocumentNoWithoutSpecialChar() DocNo: Text

Retourneert de primary key veld waarden zonder speciale characters. de veldwaarden zijn gescheiden door een .

procedure CFLGetDocumentNo

procedure CFLGetDocumentNo() DocNo: Text

Retourneert de primary key veld waarden. de veldwaarden zijn gescheiden door een .

procedure CFLSaveFile

procedure CFLSaveFile(Base64: Bigtext; FileName: text; RecID: RecordId)

Koppelen van een bestand aan een opgegeven record via een Base64-bigtext variabele. Het bestand wordt opgeslagen in de BoCount root subfolder die hoort bij de record (zie interface CFLRootSubFolder).

event CFLOnAfterSaveFileFromBase64

local procedure CFLOnAfterSaveFileFromBase64(RecId: RecordId; var Base64: BigText; FileName: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het bestand op te slaan in geval van lokale bestandsopslag.

procedure CFLSaveFile

procedure CFLSaveFile(Base64: Bigtext; FileName: text; TableNo: integer; SystemID :Guid)

Koppelen van een bestand aan een opgegeven record via een Base64-bigtext variabele. Het bestand wordt opgeslagen in de BoCount root subfolder die hoort bij de record (zie interface CFLRootSubFolder).

event CFLOnAfterSaveFileFromBase64BySystemID

local procedure CFLOnAfterSaveFileFromBase64BySystemID(TableNo: integer; SystemID :Guid; var Base64: BigText; FileName: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het bestand op te slaan in geval van lokale bestandsopslag.

procedure CFLSaveFile

procedure CFLSaveFile(var tempBlob: codeunit "Temp Blob"; FileName: text; RecID: RecordId)

Koppelen van een bestand aan een opgegeven record via een tempblob variabele. Het bestand wordt opgeslagen in de BoCount root subfolder die hoort bij de record (zie interface CFLRootSubFolder).

event CFLOnAfterSaveFileFromTempBlob

local procedure CFLOnAfterSaveFileFromTempBlob(RecId: RecordId; var tempblob: codeunit "Temp Blob"; FileName: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het bestand op te slaan in geval van lokale bestandsopslag.

procedure CFLSaveFile

procedure CFLSaveFile(var tempBlob: codeunit "Temp Blob"; FileName: text; TableNo: integer; SystemID :Guid)

Koppelen van een bestand aan een opgegeven record via een bestand. Het bestand wordt opgeslagen in de BoCount root subfolder die hoort bij de record (zie interface CFLRootSubFolder). Het bestand wordt hierbij gekopieerd.

NOTE

Het bronbestand wordt niet verwijderd.

event CFLOnAfterSaveFileFromTempBlobBySystemID

local procedure CFLOnAfterSaveFileFromTempBlobBySystemID(TableNo: integer;SystemID : Guid; var tempblob: codeunit "Temp Blob"; FileName: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om het bestand op te slaan in geval van lokale bestandsopslag.

NOTE

Er zijn verschillende functies met dezelfde naam "CFLSaveFile" maar verschillende parameters.
Dit principe wordt "overloading" genoemd. Op basis van de parameters die gebruikt worden bij het aanroepen van "CFLSaveFile" wordt automatisch de correctie functie gebruikt.

procedure CFLGetFileBase64

procedure CFLGetFileBase64() Base64String: text

Retourneert een base64-string van het bestand.

event CFLOnAfterGetFileBase64

local procedure CFLOnAfterGetFileBase64(Url: text; var Base64String: text)

Dit event wordt gebruikt door System OnPrem om de base64 van het bestand terug te geven in geval van lokale bestandsopslag.

CFL Document Image pK Fields

Deze tabel bevat de primary key veldwaardes van de record-id uit de tabel CFL Document Image.